In de jaren ’90 naaide ik sierpoppetjes. Misschien jij ook wel. Had jij ook zo’n boekje met patronen en allerlei leuke voorbeelden? Ik vond een van de boekjes weer terug en besloot afgelopen week een sierpoppetje te breien.
Hieronder vind je het (gratis) breipatroon van een maan met sierpoppetje *
* Het zijn echt SIERpoppetjes. Niet geschikt en niet veilig voor kinderen om mee te spelen.
Sierpoppetjes van stof en draad
Als je goed zoekt, kun je het boekje nog tweedehands kopen.
Het boekje is geschreven door Marianne Perlot van Marianne Design.
Materiaal
Drie kleuren Cotton 8 van Scheepjes
Houten kralen, 1 grote Ø 4 cm, 4 kleintjes Ø 1 cm
Belletje
Chenille draad, ongeveer 50 cm
Vulling
Twee breipennen 3
Stompe naald
Extra lange naald
Breipatroon maan
Brei de maan in ribbels volgens het telpatroon. Telpatroon geeft het aantal ribbels weer, niet het aantal pennen (1 ribbel = 2 pennen recht).
Begin elke pen met een kantsteek = steek overhalen op de andere pen zonder te breien.
Naai de maan via de kantsteken dicht. Doe dit met twee draden, vanuit het midden naar de uiteinden van de maan. Als je de maan met 1 draad dicht zou naaien, dan trekken de punten te krom. De draad moet in het midden dus vastzitten.
Vul de maan op.
Trek de twee draden bij de uiteinden van de maan strak zodat de maan een kromming krijgt.
Patroon sierpoppetje
Brei het poppetje volgens het telpatroon.
Begin elke pen met een kantsteek = steek overhalen op de andere pen zonder te breien.
Draai van twee cheniledraden van 16-20 cm een lijfje met benen, Een derde draad leg je er dwars op, hou ongeveer 4 cm over voor het hoofd. Draai de derde draad vast aan het lijfje, dit zijn dan de armen.
Leg het lijfje in het gebreide poppetje, naai het dicht en vul het op. Schuif de vier kleine kralen op de uiteinden.
Kraag
12 steken opzetten en 84 ribbels breien.
Begin elke pen met een kantsteek = steek overhalen op de andere pen zonder te breien.
Brei 1 ribbel (1 pen recht heen, 1 pen terug).
2e ribbel niet helemaal breien, maar je breiwerk keren na 10 steken.
Elke oneven ribbel over 12 steken breien.
Elke even ribbel over 10 steken breien.
Zo krijgt de kraag al een beetje een ronde vorm.
Na afkanten de uiteinden aan elkaar naaien.
Rijg een draad door alle kantsteken van de kortste bochtkant en trek aan.
Zet kraag en grote knoop op het lijfje. Als de grote knoop te los zit, vouw dan de cheniledraad 1 à 2 cm om (of maak een dubbeldik stukje uiteinde draad).
Muts
24 steken opzetten en ribbels breien.
* 1e ribbel over 24 steken
2e ribbel: breiwerk omkeren na 22 steken
3e ribbel: breiwerk omkeren na 20 steken
4e ribbel: breiwerk omkeren na 18 steken
5e ribbel: breiwerk omkeren na 16 steken
6e ribbel: breiwerk omkeren na 14 steken
7e ribbel: breiwerk omkeren na 12 steken
8e ribbel: breiwerk omkeren na 10 steken
Herhaal vanaf * nog 3x
Afkanten.
Belletje aan de draad rijgen en muts dichtnaaien.
Afwerking
Steek een draad van de bovenkant van de maan helemaal naar de onderkant en terug.
Een draad alleen aan de bovenkant vastmaken, trekt de maan namelijk uit vorm.
Sierpoppetje met kleine steekjes vastnaaien aan de maan.